Liesbeth Coltof



Regisseur Liesbeth Coltof (1955) geldt voor velen als het gezicht van het hedendaagse theater voor kinderen en jongeren in Nederland. Haar werk dat over culturele en geografische grenzen reikt, heeft velen geïnspireerd nationaal en internationaal, omdat het grote thema’s universeel maakt door met betrokkenheid in te zoomen op het kleine, het individuele.

Liesbeth Coltof is een van de eersten die in de jaren tachtig de conventie doorprikt dat jeugdtheater probleemloos vermaak moet zijn, omdat volwassenen de complexiteit en tegenstrijdigheden van het ‘echte’ leven ongeschikt vinden voor kinderen. Zelf ervaart ze in haar jonge jeugd hoe het is om alleen gelaten te worden in die ‘zorgenloze’ kinderwereld als niemand met haar praat over de dood van haar moeder. En daarom maakt zij voorstellingen waarin wel emoties thuishoren als woede, angst, schuldgevoel en brengt zij haar onderwerpen dichtbij door een jong mens in het brandpunt te plaatsen en die te volgen. In 1987 maakt zij Iphigeneia, koningskind over de dochter die haar leven geeft uit liefde voor haar vader. En De koning en de rest over de dood als vanzelfsprekend, onafwendbaar gegeven. Kinderjaren in 1991, is een ode aan de moed waarmee kinderen tijden van oorlog overleven. De vaste bouwstenen van haar voorstellingen zijn lichtheid, humor, bewogenheid, muzikaliteit en zichtbaar spelplezier van haar spelers. 

In 1990 wordt zij artistiek leider van Huis aan de Amstel, het grote Amsterdamse jeugdtheatergezelschap dat in 2009 met collega-gezelschap Wederzijds fuseerde en verder ging als de Toneelmakerij. Door deze vaste verbintenis kan zij de avonturier worden van de theatrale middelen en de kruisbestuivingen met andere kunstdisciplines. Ze laat klassiekers bewerken als Shakepeares Romeo en Julia, Hamlet, De Storm en Schillers Don Carlos en initieert tal van nieuwe theaterteksten waarvan een groot deel door artistieke bloedbroeder Roel Adam worden geschreven. Er worden grote locatieproducties gemaakt, muziektheaterproducties waaronder Purcells opera King Arthur en kleine intieme voorstellingen die op school spelen of in de wijk, dicht bij jong en oud. 

En ze gaat met haar voorstellingen naar het buitenland. Ze worden op tal van buitenlandse festivals gespeeld: in München, Wenen, Berlijn, Philadelphia, Jekaterinenburg, Moskou enz. In Zürich wint ze met Bijna was ik goed, die geïnspireerd is op de leefwereld van verstandelijk beperkte kinderen en volwassenen, de 1998 ZBK Förderpreis. Een prijs voor vernieuwend en risicovol theater. 

Liesbeth Coltof beschikt over het vermogen om over grenzen heen theater een echte nieuwe dimensie te geven door wezenlijk samen te werken met buitenlandse collega’s en iets nieuws te creëren. Met vier van hen maakt zij in Bosnië The Right Shoes een voorstelling over de rechten van het Kind, die in 1994 in de vluchtelingenkampen speelt. Met Russische collega Boris Tseitlin maakt zij in 1997 Netotsjka, over een meisje dat het ongelukkige leven van haar ouders messcherp observeert, en jong en oud een meeslepende samensmelting laat zien van de Nederlandse en Russische theatertraditie. Inmiddels is Liesbeth Coltof achttien jaar nauw betrokken als regisseur en docent bij Theatre Day productions uit Gaza dat speelt voor jeugd en jongeren in de kampen in Hebron, Gaza en de Westbank. Ook neemt ze jonge Nederlandse theatermakers mee naar Palestina om hen daar samen hun Palestijnse collega’s voorstellingen te laten maken. Daarnaast is zij mede-initiatiefnemer van Connecting stories, een netwerk van theatergezelschappen en regisseurs uit de Verenigde Staten, Iran en Nederland. Ook hier is het doel is om elkaar wezenlijk te ontmoeten door middel van theater, waar de politici van deze landen dit niet of nauwelijks kunnen. 

Van haar reizen neemt zij internationale thema’s mee naar Nederland en overbrugt werelden van verschil in voorstellingen voor jong en oud. In 2000 leidt een uitwisseling met Palestijnse theatermakers tot De dag dat mijn broer niet thuiskwam, geschreven door Roel Adam. Door de tragische geschiedenis van een Palestijns gezin uit te lichten, valt ook hier het licht op het ‘grote verhaal’. In 2003 richt zij haar blik op Afrika en maakt van Ben Okri’s roman De hongerende weg een theatrale belevenis die over de generaties springt, in de traditie van de grote Afrikaanse vertellingen. Ze reist met schrijver Roel Adam naar de Bosnische stad Mostar waaruit Aan de Overkant ontstaat. Over de kapotgeschoten brug die eeuwenlang het Islamitische en Christelijke stadsdeel verbond en nu symbool is van pijnlijke verzoening. In 2006 volgt St. Petersburg waardoor Quarantaine wordt gemaakt, over de manier waarop mensen met elkaar omgaan waneer ze tot elkaar veroordeeld zijn, een mix van theater met filmbeelden over het beleg van Leningrad uit WOII. Ze gaat naar India waaruit in 2008 Bombay voortkomt over mensen die dag en nacht bezig zijn met het grijpen van kansen. Bombay is een samenwerking met het Amsterdamse Tropeninstituut en Plan-Nederland, een ontwikkelingsorganisatie die zich internationaal sterk maakt voor de positie van kinderen. 

In 2009 fuseerden de gezelschappen Huis aan de Amstel en Wederzijds en ontstond de Toneelmakerij. Tot aan het pensioen van Ad de Bont in 2012 deelde Liesbeth Coltof met hem het artistiek leiderschap over het grootste jeugdtheatergezelschap van Nederland. Na het vertrek van De Bont bleef zij aan als artistiek leider. In haar werk bij de Toneelmakerij experimenteerde zij verder met vorm. Zoals bij Thaibox Verdriet (tekst: Ad de Bont), een voorstelling die zich afspeelt in een boksring en waarin ze vechtsport, poëzie en beatbox samenbrengt voor een publiek van 15 jaar en ouder. Of in Ontspoord (Nederlandse bewerking van Naomi Wallace’s The Trestle of Pope Lick Creek), een voorstelling met de adem van een popconcert. In 2012 regisseert ze de eerste theatermarathon voor een jong publiek. Mehmet De Veroveraar (tekst: Ad de Bont) is een historisch, monumentaal stuk dat raakt aan het actuele en tevens tijdloze thema van de ontmoeting tussen oost en west. Liesbeth Coltof ensceneert het epos groots in drie delen op locatie. Elk in een afzonderlijk decor, afgewisseld met een diner. De voorstelling kreeg de Gouden Krekel 2013 toegekend. De belangrijkste jeugdtheaterprijs in Nederland voor meest indrukwekkende productie. Het jaar daarop krijgt zij uit internationale hoek bijzondere waardering: op 27 mei neemt zij op het wereldcongres van ASSITEJ in Warschau de Honorary President Award in ontvangst. ASSITEJ kende haar deze prestigieuze prijs vanwege haar buitengewone verdiensten in het jeugdtheater.
In 2016 won Coltof Der Faust, de meest belangrijke en prestigieuze Duitse theaterprijs. Ze dong mee in de categorie ‘Regie Kinder- und Jugendtheater’ voor haar voorstelling Der Junge mit dem Koffer die ze maakte bij Junges Schauspielhaus Düsseldorf. De prijs is voor kunstenaars die een bepalende en onderscheidende bijdrage leveren aan het Duitse theater.
Coltof is de eerste Nederlandse regisseur die de prijs in deze categorie in de wacht sleept. Uit het juryrapport: “Liesbeth Coltof ist eine der Großen in der Niederländisch-Deutschen Theaterszene.”
NRC Handelsblad maakt jaarlijks een lijst van de meest prominente, vooruitstrevende, verfrissende en invloedrijke Nederlandse cultuurmakers, waar Coltof in 2017 onderdeel van uitmaakt. De jury schrijft: "Liesbeth Coltof is bijna eigenhandig verantwoordelijk voor de modernisering van het jeugdtheater in Nederland in de afgelopen decennia, met haar opvatting dat je kinderen niet moet betuttelen maar serieus moet nemen. Voor die opstelling krijgt ze ook in het buitenland veel erkenning."

Liesbeth Coltof heeft op 1 januari 2019 het stokje van haar artistiek leiderschap overgedragen. Regisseur Paul Knieriem, begonnen als ‘artist in residence’ is de nieuwe artistiek leider van de Toneelmakerij. We zijn blij met zijn komst en verwachten dat hij het Nederlandse jeugdtheater veel te bieden heeft.