Vader zit aan de keukentafel, tot zijn middel ingegraven in een berg zand. Hij komt nooit van zijn plek en drinkt tevreden zijn koffie. Uit een van de keukenkastjes komt een vreemd getjilp en gepiep. Het is zijn babyzusje. Maarten mag haar nooit zien. ‘Je ziet haar wel als ze groot is’, zeggen zijn ouders. In een vogelkooi boven het aanrecht wonen twee stokoude, klagende meeuwen. Soms vertellen ze verhalen van vroeger en beginnen hun ogen te glimmen. Maar dan gooit vader een doek over de kooi en zwijgen ze weer.
Maarten heeft de laatste tijd vreemde vlinders in zijn buik. Wat hebben die oude meeuwen toch te zeggen? En wat deed die veer laatst in zijn bed toen hij ’s morgens wakker werd..?
Maarten de Meeuw is een voorstelling over de durf om je nek uit te steken, je vleugels uit te slaan en te vliegen. Een surrealistisch sprookje met poppen en objecten voor iedereen van 5 tot 105.